To vermogenbelasting or not to vermogenbelasting

Op het eerste zicht zou iedereen die zelf niet tot de 1 % rijken behoort of tot de 10 % rijken toch volmondig voor een vermogen(winst)belasting moeten zijn?

Het is zoals Robin Hood die geld steelt van de rijken en geeft aan de armen.

Alleen ligt daar al het eerste gevoelige puntje.

Gaat het geld echt naar die armen?

screen-shot-2016-11-08-at-21-33-36

Wanneer we kijken naar hoe tevreden we zijn in hoe de politiek ons geld besteedt dan valt het op dat de groep die het meest vindt dat de politiek er een zootje van maakt en geld in de foute zakken steekt net ook die groep is die vindt dat de politiek via vermogens(winst)belasting meer geld zou moeten krijgen, om dus fout te besteden.

Is het zo vreemd dat ‘rijke’ mensen niet staan te popelen om meer geld te steken in het potje om politiekers op een vroeg en duur pensioen te laten gaan, om straaljagers te kopen of om werknemers maar 30 uur te laten werken zodat ze wat meer vrije tijd kunnen hebben, terwijl er mensen in armoede leven, en oude en zieke mensen in de steek worden gelaten?

screen-shot-2016-11-08-at-21-28-10

Men heeft het dan over het herverdelen van de koek. Maar landen waar men de koek probeerde te herverdelen, zoals Rusland, China en Cuba werden alle mensen armer in de plaats van rijker. De koek die nog te verdelen was, werd kleiner. Wat heeft eht voor zin om een koek te proberen te herverdelen als hierdoor veel delen van de koek verloren gaan en daardoor de te verdelen koek kleiner wordt? Zou het niet interessanter zijn om op zoek te gaan hoe we de koek groter kunnen maken, of hoe we een koek en een taart kunnen bakken?

Een tweede vraag die bij me opkomt is of Robin Hood niet te zwart-wit is. In het sprookje zijn de rijken slecht en de armen goed. Heel duidelijk en makkelijk. Maar verdienen de rijken het in onze tijd om afgeschilderd te worden als slecht? En betalen de rijken nu echt niet mee aan onze welvaartmaatschappij. Als ik kijk naar de belastingsschijven dan betalen ze sowieso 50 % op hun inkomen, voor erfenisrechten vallen ze dan ook in de hoogste schijf. Uitgerekend komt dit dus neer dat de 10 % rijksten van onze maatschappij, 42 % van de totale inkomstbelasting van de staat betalen. Je zou dus toch kunnen stellen dat de rijken al meehelpen naar hun eigen vermogen? Wat is het eerlijke om dan enkel aan hen te vragen om extra bij te dragen aan onze sociale maatschappij, is dit geen discriminatie? De reacties op deze vraag zijn: “Ja, maar de rijken die weten altijd achterpoortjes om belastingen te ontlopen.” En, “Ja maar er is ook nog de meerwaarde op beleggingen en de verkoop van een bedrijf.”

Op vlak van de achterpoortjes, dat is idd waar, maar is het dan niet interessanter om die achterpoortjes te sluiten ipv een nieuwe regel toe te voegen waar ze ook weer kunnen de achterpoortjes van vinden? Eigenlijk is dit dus een soort spel, een selectie waarbij de slimme rijken steeds minder moeten betalen en de domme rijken steeds meer. Een discriminatie dus van de domme rijken, en van de eerlijke rijken. Want ja, die zijn er ook, de rijken die niet sjoemelen. Is het dan eerlijk om die ook te straffen met een VWB? Het is net als met de moslims en het beweren dat het allemaal terroristen zijn. Iedere mens met een greintje gerechtigheid in zich vindt dit oneerlijk om mensen zo in hokjes te steken. Het ironische is dat net zij die het hardste protesteren dat dit met moslims gebeurt net diegene zijn die bij de rijken wel iedereen als sjoemelaar willen straffen. Hoeveel % van een groep moet in de fout gaan zodat het rechtvaardig is om de hele groep te straffen?

En dan is er inderdaad ook nog de inkomsten via de verkoop van een bedrijf. Het klink mss gek, maar toch geloof ik dat een inkomensongelijkheid voor de mensen noodzakelijk is. Hoeveel mensen zouden nog mee doen aan bv een loopwedstrijd, of wielerwedstrijd wanneer iedereen op het einde gezamenlijk over de streep moeten komen? Hoeveel zouden er nog gaan trainen? Er is de ideologie en er is de menselijke realiteit waarbij beter zijn dan een medemens nu eenmaal in ons mens-zijn zit. We zijn geen mieren. Om creatief te kunnen zijn en vooral om het risico te durven nemen om als zelfstandig te werken, hierbij de kans te lopen dat het helemaal mislukt, dat je minder pensioen zal hebben, dat je er alleen voor staat als je ziek wordt, dat je meer uren zal moeten werken dan iemand in loondienst, niet te vergeten de zwarte sneeuw die velen zien, zeker de begin jaren, moet er iets tegenover staan en dat is een beloning in de zin van meer geld dan dat je zou verdienen indien je gewoon van 5 tot 9 zou gaan werken zonder enig eigen risico. Wanneer we die kans op een (immense) beloning wegnemen dan nemen we ook de zin weg bij mensen om creatief te zijn en om zelf iets te beginnen. Mensen gaan ook niet spelen op de lotto als je maar 100 euro kan winnen en je daarvan de helft weer moet afgeven. Nee, er moet een kansje zijn, hoe klein ook, dat je schandalig rijk kan worden.  Als we het echt eerlijk willen spelen dan moet er dus bij het afromen van die winst in het belang van een sociale maatschappij tegenover staan dat we ook sociaal zijn als maatschappij wanneer het fout gaat. Als we de winsten willen verdelen als maatschappij dan moeten we ook de verliezen willen delen. Dan moeten we als maatschappij ook willen helpen wanneer die risiconemers ziek worden of op zwangerschapsverlof willen, want ja, die mensen hebben ook recht op een gelukkig gezinsleven. Hoe sociaal ben je als maatschappij als je enkel de mensen wil kennen in goed tijden en ze in slechte tijden laat vallen als een baksteen?

Een derde punt waarom het Robin Hood verhaal nu niet meer werkt is dat in het sprookje de arme mensen onderling heel sociaal waren. Iedereen hielp elkaar. Wanneer er gesproken wordt over bijdragen aan een sociale maatschappij dan heeft men het enkel over hoe de rijken kunnen bijdragen, nooit over hoe alle mensen die deel uitmaken van de maatschappij kunnen meehelpen. Is sociaal niet net dat iedereen zich betrokken voelt, zowel om te helpen als om mee te delen in de voorspoed? Zouden wij als mens niet vaker ons moeten afvragen wat we zelf kunnen betekenen voor onze maatschappij, ipv dat we ons afvragen wat de maatschappij voor ons kan doen? We zijn maatschappelijk terecht gekomen in een aangeleerde hulpeloosheid en we zijn dan ook steeds op zoek naar een zwarte piet die voor ons de problemen moet oplossen ipv te zoeken aan hoe we allemaal samen kunnen bijdragen. Kijk naar Amerika, het kapitalistische land bij uitstek dat op vlak van sociale bescherming vanuit de overheid heel laag scoort. Je ziet bij mensen dan echter een tegenbeweging, mensen die hun oude school of jeugdbeweging geld schenken is daar eerder een regel dan een uitzondering. Ziekenhuizen die een hele afdeling geschonken krijgen. Mensen die zich vrijwillig inzetten voor allerlei projecten, daar wordt een jeugdbeweging of jeugdclub dan ook geleidt door volwassenen die zich willen inzetten voor hun eigen, maar ook voor anderen hun kinderen. Dit soort dingen zien wij hier niet omdat iedereen ervan uitgaat dat de overheid alles maar moet oplossen. In onze maatschappij voelt niemand zich nog persoonlijk aangesproken om zich in te zetten voor de maatschappij en het is altijd iemand anders die het maar moet oplossen. Is de overheid kapitalistisch dan worden de mensen sociaal, is de overheid sociaal dan worden de mensen kapitalistisch en voelen ze zich niet meer betrokken. Yin en Yang.

We moeten ook heel erg oppassen met dit doorschuiven van de zwarte piet. Het zorgt er immers voor dat mensen die de zwarte piet toegeschoven krijgt zich geviseerd voelen, zich gebruikt voelen en zich geen deel meer voelen van onze maatschappij.

Een goede vriend van mij groeide op in een gezin waar iedereen ging studeren, alleen hij niet, hij ging werken. Zijn ouders vonden dat aangezien hij geld verdiende, hij een groot deel daarvan moest afstaan aan het gezin, terwijl dit van zijn broers en zussen niet werd verwacht, integendeel, een deel van zijn loon ging naar hun. Mijn vriend heeft dit niet alleen altijd oneerlijk gevonden, die regeling zorgde er ook voor dat hij zich nooit echt een deel van zijn familie voelde. Mijn stiefvader kwam van een hele andere achtergrond, hij kwam uit een arbeiders gezin en hij was de enige die studeerde. Zijn ouders vonden dat gaan werken veel lastiger was dan een beetje zitten leren, en dus werd van hem verwacht dat hij naast zijn studies meehielp in de huishoudelijke taken en moest zorgen dat zijn broers konden ontspannen als ze thuis kwamen. En ja, ook hij vond dit oneerlijk, en ja, ook hij voelde zich daardoor geen deel van het gezin waar hij woonde. Deze 2 verhalen hebben mij doen inzien dat het oneerlijk en discriminerend is om niet van iedereen die tot een groep behoort te verlangen dat ze social bijdragen, of het nu via werk of via geld is, aan het welzijn van de hele groep. Als je enkel van rijken of van de werkgevers eist dat ze sociaal zijn en die eis niet doortrekt naar de hele bevolking dan is dat in mijn ogen heel oneerlijk.

En dan is er nog de dankbaarheid die in het hele verhaal ontbreekt. We eisen van een groep mensen dat zij zich meer inzetten voor onze maatschappij, maar we weigeren niet alleen om zelf ook sociaal te zijn, we doen trouwens alsof het allemaal heel vanzelfsprekend is, zo vanzelfsprekend dat er zelfs geen dank je wel afkan. Het is te vergelijken met het huishouden doen. Op een moment is komt bijna elk gezin in een situatie dat steeds dezelfde persoon de afwas doet, de vuilnisbakken buiten zet, de kattenbak uitkuist, … . Om welke reden dit ooit zo groeide, al vlug vindt de rest van de familie dit zo normaal dat ipv hier die persoon voor te bedanken, die persoon onder zijn voeten krijgt zodra die het een keer niet doet. Vanzelfsprekendheid is als een brandblusser op het vuur van de motivatie om te helpen.

Ik geloof dan ook dat we op zoek moeten naar iets nieuws, iets waar iedereen zich bij betrokken voelt. Een systeem waarbij aan iedereen gevraagd wordt om naar eigen kracht en sterktes bij te dragen. Zodra je van een bepaalde groep mensen uitsluit om sociaal bij te dragen, zullen er altijd mensen zijn die vinden dat sociaal zijn niet iets is dat zij moeten doen. Er zal altijd wel iemand gevonden worden die rijker is of die meer tijd heeft, zodat ze zich daarachter kunnen wegsteken. Er zijn veel manieren om sociaal te zijn, de ene mens is sociaal door meer geld te geven aan de gemeenschap, de andere is sociaal door tijd te geven via gemeenschapswerk. Als je bv alle werkgevers zou kunnen overtuigen om zich sociaal op te stellen en bij te dragen aan een sociale maatschappij door te zorgen dat de mensen minder moeten werken (en dus meer vrije tijd hebben) voor hetzelfde loon, dan moeten die mensen die meer vrije tijd krijgen op hun beurt ook sociaal zijn door hun tijdswinst te delen met de maatschappij via gemeenschapsdienst, zodat niet alleen de werknemers voordeel halen uit zo’n maatregel, maar ook de armen en hulpbehoevenden. Het is een cascade systeem waarbij iedereen helpt. En waarom proberen we ons sociaal systeem niet te combineren met het Amerikaans sociaal systeem, waarbij aan de kapitaalkrachtigen niet wordt gevraagd om geld te storten in een bodemloze put waarvan we allemaal vinden dat dit geld slecht besteed wordt, maar dat zij bv ook heel specifieke projecten gaan sponsoren, nieuwe sociale woningen, een gaarkeuken voor armen, zonnepanelen op sociale woningen, … Projecten waarvan zij zelf weten dat hun geld goed terecht komt.

Het probleem waar we mee kampen is niet de ongelijkheid, maar de armoede. Ongelijkheid is van geen belang indien ook de armsten onder ons een goed leven kunnen leiden, met een dak boven hun hoofd, eten op tafel, gezondheidszorg en goed onderwijs.

Teveel mensen denke de armoede te kunnen bestrijden door de ongelijkheid aan te pakken, maar is dit ook wel zo?

We moeten zorgen dat we on probleem niet aanpakken zoals men tijdens het graven van het panama-kanaal het malaria probleem hebben aangepakt. Men dacht dat malaria veroorzaakt werd door insecten die via de bedpoot naar boven kropen en daarom zette men allemaal potjes water rond de bedpoten. Het gevolg was dat de malariamuggen zich kweekten in die potjes water en dat er nog meer mensen stierven aan malaria dan voorheen.

Als we iets goed willen aanpakken dan moeten we niet de eerst voor de hand liggende oplossing nemen, maar eerst een goede diagnose stellen met behulp van de kennis die we in de wereld rond ons hebben, de statistieken, het verloop van armoede in andere landen en daar dan onze lessen uit trekken. Uit de statistische cijfers komt nergens naar voor dat er een verband is tussen ongelijkheid en armoede (zie linken onderaan).

Screen Shot 2016-11-08 at 21.22.05.png

Wel blijkt dat armoede het best bestreden wordt niet door liefdadigheid want zo hou je de mensen afhankelijk en blijf je het probleem met je meedragen, maar door het probleem structureel aan te pakken.

Onderwijs en gezondheidszorg zijn 2 heel belangrijke pijlers om armoede aan te pakken. Met als 3de grote pijler: zorgen voor voldoende werd dat goed betaald is. Maar hoe zorg je voor goed betaald werk als je het kapitaal wegjaagt en je er zo voor zorgt dat de koek kleiner wordt in de plaats van groter?

De geschiedenis leert ons dat de mens 1 sociaal been heeft en 1 kapitalistisch been. 1 been proberen afzetten omdat de mens zo beter past in je ideologie werkt niet. Een mens heeft beide benen nodig om vooruit te kunnen, kapitalisme en socialisme zijn als Yin en Yang. Dit zal de uitdaging worden van de toekomst, niet het kiezen voor 1 van de 2 maar om eindelijk eens te leren lopen op beide benen.